Een halogeenlamp is opgebouwd uit een voet en een lampcapsule. De samenstelling van het gas en de gasdruk in de lampcapsule bepaalt in belangrijke mate de levensduur van de lamp. Hoe hoger de druk, hoe langer de gloeidraad meegaat.
Vervolgens bepaalt de positie van de gloeidraad (geometrie van de lamp) de optimale helderheid en de hoeveelheid licht op de weg. Naast de juiste geometrie van de lamp is uiteraard ook de lichtopbrengst, het aantal Lumen, van de lamp belangrijk voor het resultaat. Bij een H7 lamp is dat maximaal 1500 Lumen met een maximale afwijking van 10%.
Door de gloeidraden iets korter en dunner te maken, verbetert de helderheid van de lamp. Er ontstaat zo een sterkere, gloeiende ‘hotspot’ in de gloeidraad waardoor het middelpunt van de gloeidraad helderder wordt en de reflector/lens optimaal gebruikt wordt. De kortere en dunnere draden betekenen over het algemeen wel een kortere levensduur. Een hogere gasdruk in de lamp kan dit deels compenseren.
Een goede lamp heeft dus altijd een juiste balans tussen lichtopbrengst en levensduur: 150% meer helderheid, betekent dus meestal een kortere levensduur. Voor wie genoegen neemt met de basisverlichting die wettelijk is vereist, zijn goede alternatieven beschikbaar die langer mee gaan.