Dankzij de downsize trend worden steeds meer benzineauto’s voorzien van turbo’s. Dat betekent extra omzetkansen voor het autobedrijf.
Tot nu toe waren de meeste turbo’s bij dieselmotoren te vinden. Daar komt verandering in. Dankzij de downsizing trend is er sprake van een belangrijke verschuiving: het aantal gemonteerde turbo’s op benzineauto’s verveelvoudigt de komende jaren. Binnen vijf jaar wordt zelfs een verdubbeling van het aantal turbo’s op benzinemotoren verwacht. Verder zal in 2020 bijvoorbeeld 70 procent van alle bedrijfswagens van een turbo voorzien zijn. Dit betekent dat autobedrijven steeds meer turbo’s zullen vervangen. Uit de praktijk blijkt dat er nogal wat koudwatervrees is met betrekking tot de montage van turbo’s. Veel monteurs denken dat hun technische kennis op dit terrein tekort schiet. Dit is echter niet nodig. Mijngrossier.nl levert bij een turbo altijd voertuigspecifieke montage-instructies die de montage sterk vereenvoudigen.
Verbrandingsmotoren blijven
De autofabrikanten zijn op zoek naar technieken om brandstofbesparing, minder emissies en meer efficiëntie te combineren met het op peil houden van rijplezier. We zien daardoor bijvoorbeeld een bescheiden groei van elektromotoren. Maar duidelijk is ook dat de verbrandingsmotor, eventueel in combinatie met hybridetechnieken, nog steeds stevig in het zadel zit. Vooral omdat er door de technici nog veel winst te behalen is. Een trend die een duidelijk opwaarts karakter kent, is het downsizen van motoren. Downsizing betekent dat een kleine motor dankzij het gebruik van een turbo hetzelfde presteert als een grote motor. Bovendien is het brandstofverbruik lager op momenten dat er weinig gepresteerd hoeft te worden, en dat is het grootste deel van de tijd bij een kleine motor.
Meer energie
Een kenmerk van downsizing is dat met de hulp van een turbo de vulling van een cilinder wordt geoptimaliseerd. Er wordt meer zuurstof geleverd voor de verbranding, terwijl ook de hoeveelheid geïnjecteerde brandstof omhoog kan. Hoewel het volume van de cilinder gelijk blijft, levert het lucht/brandstofmengsel meer energie. Zo volstaat een relatief kleine zuigerverplaatsing om dezelfde energie vrij te maken als bij een veel grotere motor zonder downsizing. Downsizing is hierdoor uitermate effectief en efficiënt. Een gedownsizde 1.4 liter motor levert bijvoorbeeld dezelfde trekkracht als een 2.0 liter motor, terwijl het brandstofverbruik onder dat van een reguliere 1.6 liter motor blijft. Toch blijft er ook bij gedownsizde motoren nog veel winst te boeken. Er is nog meer mogelijk om compressieverhoudingen te variëren en zo de verliezen in de verbrandingsmotor verder terug te dringen.
Turbogat
Een motor met turbo is in principe een compromis. Wanneer de motor vol belast wordt en de turbo z’n werk doet, volstaat een relatief lage compressieverhouding en die heeft de motor dan ook. Maar wanneer het toerental en de belasting laag zijn, zou het voor het rendement beter zijn om met een hogere compressieverhouding te werken. Ideaal zou het zijn wanneer de compressie afhankelijk van de situatie aangepast kan worden. Een elektrisch aangestuurde turbocompressor zou bijvoorbeeld uitkomst kunnen bieden. Het zogenaamde turbogat zou hierdoor definitief verleden tijd zijn. Het probleem is echter dat de bij elektrisch aangestuurde turbo’s de afstelling zeer nauwkeurig luistert en zelfs per motor verschilt. Deze trend zet voorlopig dan ook niet door, wat de reden is dat er nog maar weinig van deze elektrisch aangestuurde turbocompressoren op de markt zijn. De kans dat u deze turbo’s in de werkplaats tegenkomt is dan ook relatief klein. Er zullen echter steeds meer VNT-turbo’s ‘op de brug’ komen. De uitlaatgascompressoren met variabele geometrie passen uitstekend bij de huidige downsizetrend. Het geheim van deze turbo’s is een variabele schoepenring in het turbinehuis. Door beweegbare vanen die aan de schoepenring gemonteerd zijn, wordt de stroom van de uitlaatgassen aangepast. Hierdoor zorgt de VNT-turbo zowel bij een laag motortoerental als bij een hoog toerental voor een optimale turbodruk. Het zogenaamde ‘turbogat’ wordt weer iets kleiner.