Bij het uitpakken van een nieuwe Nissens-radiateur kijken sommige monteurs verbaasd op: er zit een zaagsnede midden in de radiateur. ‘Die heeft schade’, is de conclusie. Een volstrekt logische reactie, zou je in eerste instantie denken.
Het zijschot is op dezelfde manier vastgemaakt in de collecteurrand als de vloeistofkanalen en moet dus worden voorzien van een zaagsnede.
De situatie behoeft echter enige nuance. De radiateur hoeft namelijk helemaal niet retour naar de automaterialengrossier. Sterker nog: de aanwezigheid van de zaagsnede is volstrekt in orde en bewust geplaatst door de fabrikant. Waarom dan?
Navraag bij topleverancier Nissens levert het volgende antwoord. Het doel van de zaagsnede is om ervoor te zorgen dat de zijschotten flexibel blijven. Het product moet in staat zijn om de temperatuursverschillen (thermische uitzetting) te kunnen opvangen. De opgelopen temperatuur zorgt namelijk voor uitzetting van het materiaal.
Het zijschot is vastgemaakt op de collecteurrand. In dit geval kan het zijschot meer werken bij thermische uitzetting (meer flexibel) en dus is een zaagsnede niet nodig.
Welke producten beschikken over deze zaagsnede? In theorie kan deze zaagsnede worden gebruikt bij elk product met een brazed koelblok (gevouwen lamellen). Dit kan zowel voor personenwagenradiateuren als voor intercoolers en radiateuren voor vrachtwagens. Deze zaagsnede wordt alleen toegepast bij producten waar het zijschot op de zelfde manier is vastgemaakt in de collecteurrand als de vloeistofkanalen. Bij producten in het mechanisch systeem is zo’n zaagsnede niet nodig.
Nissens zegt verder dat het de techniek met zaagsnedes veelvuldig heeft getest. Telkens met dezelfde uitkomst. Indien de zaagsnede niet wordt aangebracht, voldoen de producten niet aan de Nissens-kwaliteitseisen en komen dus niet door de test. Wanneer de zaagsnede wel wordt aangebracht is het product betrouwbaar met een gegarandeerde werking.