De 21e en laatste race van het Formule 1 Wereldkampioenschap is verreden op het circuit Yas Marina in Abu Dhabi. Vooral voor de remmen is dit een uitdagend stukje asfalt.
Voordat de F1-teams zich terugtrekken in de eigen test- en ontwikkelingscentra om zich voor te bereiden op het nieuwe raceseizoen, staat er nog één race op de kalender. Hoewel er voldoende ingrediënten voor een spectaculaire race bij de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten aanwezig zijn, is de race hier zelden van start tot finish echt opwindend. Het eerste deel van het circuit Yas Marina, gelegen op een kunstmatig eiland naast ‘Ferrari World’, kent twee snelle rechte stukken, waarbij de DRS wordt gebruikt. Vanaf bocht 12 neemt de snelheid flink af door een aantal opeenvolgende krappe bochten. Leuk detail blijft toch dat de race begint bij daglicht en het podium altijd betwist wordt onder kunstlicht. Dit gaat gepaard met een daling van de temperatuur, wat de grip vermindert en resulteert in onstabiele remprestaties.
Extra slijtage
Volgens de remtechnici van Brembo behoort het circuit Yas Marina tot de meest veeleisende circuits voor de remmen. Een bijzondere eigenschap van de race in Abu Dhabi is de sterk afwijkende buitentemperatuur aan het begin en het einde van de race. Tijdens het eerste half uur van de race, onder een kokend hete zon, is bijvoorbeeld de grip van het remsysteem weliswaar zeer hoog, maar bezorgt de warmteafvoer en extra slijtage van het wrijvingsmateriaal kopzorgen. Wanneer de zon achter de horizon verdwijnt, veranderen de remkarakteristieken door een sterk dalende temperatuur. Bij de 21 aanwezige bochten gaan de coureurs 11 maal flink in de ankers. Alleen de stratencircuits van Singapore en Monaco kennen meer rempunten, respectievelijk 15 en 12. De gemiddelde piekvertraging per ronde bedraagt 3,9 G. Als je alleen kijkt naar de eerste 11 bochten ligt dit gemiddelde ver boven de 4G.
Veeleisende remsecties in Abu Dhabi
Van de 11 remsecties op Yas Marina Circuit in Abu Dhabi, worden er door de Brembo-technici 4 gekwalificeerd als ‘zeer veeleisend voor de remmen’, 3 remsecties hebben het predicaat ‘middelzwaar’ en 4 worden gekenmerkt als ‘licht’. De meest uitdagende bocht is bocht 8, die wordt voorafgegaan door een recht stuk van meer dan een kilometer. De bolides komen hier aanzetten met bijna 330 km/u op de teller. Binnen 3 seconden vertragen zij naar iets meer dan 70 km/u. Dit lukt binnen een afstand van ongeveer 70 meter door een belasting van 126 kg op het rempedaal te zetten en een vertraging van 4,8 G te ondergaan. Iets verderop volgt bocht 11, ook na een sector waar de DRS kan worden geactiveerd. Hier hebben de coureurs slechts 64 meter en 2,53 seconden nodig om te vertragen van 318 km/u naar 83 km/u, terwijl de rem- en vertragingskrachten nagenoeg gelijk zijn aan bocht 8.
Andermaal voluit remmen
Andere ‘knikken’ die voor reuring zorgen zijn bocht 14 en bocht 5. Hier wordt de snelheid binnen 2,5 seconden gereduceerd van dik 280 km/u naar 90 km/u, maar is de intensiteit van de kracht op de bestuurders echter iets lager dan bij bocht 8 en 11. Bocht 5 wordt door de Brembo-technici met een knipoog omschreven als een ‘makkie’. Max en zijn collega’s ondergaan hier ‘slechts’ een snelheidsreductie van zo’n 164 km/u (van 294 naar 130 km/u).
Nu de F1-teams hun spullen voor langere tijd inpakken, rest de fans van Max Verstappen voorlopig niets anders dan te hopen dat de applausmeter volgend seizoen weer iets verder uitslaat.
Bron en animatie: Brembo
Meer van dit onderwerp weten?
Ander nieuws?
Nooit meer het laatste nieuws missen?
Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.