Foutmeldingen die te maken hebben met de druk in het inlaatspruitstuk komen vaak voor bij benzinemotoren die deze druk meten via een MAP-sensor (Manifold Absolute Pressure). Niet onder alle omstandigheden wordt een foutcode opgeslagen. Wanneer wel een storingscode wordt uitgelezen zet deze je soms op het verkeerde been.
Hoe los je dit op?
De klachten:
- Schommelend stationair toerental
- Flink vermogensverlies
- Haperen tijdens accelererenÂ
- Storingslampje brandt
Een MAP-sensor meet de druk in het inlaatspruitstuk. Het motormanagement gebruikt deze waarde samen met het motortoerental en de inlaatluchttemperatuur om te bepalen hoeveel lucht de motor binnenkomt.
Als je de bron van een storing wilt bepalen, gebruik je natuurlijk een diagnose apparaat om de meetwaarde met de te verwachten waarde te vergelijken. Wanneer de gemeten druk in het inlaatspruitstuk afwijkt van de te verwachten waarde, dient de meetwaarde gecontroleerd te worden met behulp van een aparte vacuĂĽmmanometer.
- Als de gemeten druk (manometer) in het inlaatspruitstuk overeenkomt met de meetwaarde, moeten de MAP-sensor en de elektrische bedrading worden gecontroleerd.Â
- Als de gemeten druk (manometer) in het inlaatspruitstuk niet overeenkomt met de meetwaarde, dient de reden voor het drukverlies bij de motor te worden gezocht.
 Mogelijke foutbronnen in de omgeving van de motor
- Valse lucht door een lekkage in het inlaat traject vanaf de gasklep.
- (denk bijvoorbeeld aan defecte pakkingen, inlaatbuis, slangen enz.)
- Defecte uitlaatkleppen
- Lekkende rembekrachtiger
- Lekkages in het vacuĂĽmsysteem (zoals vacuĂĽmbediende actuatoren, rembekrachtiger, vacuumleidingen, etc.)
- Defecte EGR-klep(pen) (permanent open)
- Defecte stationair toerental actuatoren
- Stationair toerental wordt niet herkend door de regeleenheid (defecte gasklep-potentiometer, gasklepschakelaar)
- Defecte of vervuilde gasklep(pen)
- Verkeerde of niet goed functionerende luchtfilterelementen
- Koolaanslag of andere verstoppingen in het inlaatspruitstuk
Mogelijke foutbronnen in de motor
Als het probleem niet in de omgeving van de motor te vinden is, zal er een mechanisch probleem aan het drukverlies ten grondslag liggen.
- Zuigerveerslijtage of zuigerschade (vastlopen van de zuiger of soortgelijke schade). Kenmerkend is de hoge carterdruk die waarneembaar is bij stationair toerental bij verwijderde olievuldop.
- Lekkende inlaat- en uitlaatkleppen
- Onvoldoende klepspeling
- Versleten klepzittingen (in het bijzonder auto’s op LPG)
- Onjuist functioneren van hydraulische klepstotersÂ
- Verkeerd afgestelde kleptiming of overgeslagen distributieriemÂ
- Lekkende cilinderkoppakking(en)
- Verkeerde of versleten nokkenassen
Wat moet je in ieder geval checken?
- Klepspeling
- KleptimingÂ
- Compressietest (relatief)
- Cilinder compressietest (druk meten)