Tijdens de Grand Prix van Japan bleek andermaal dat de coureurs met een groot racehart hier in het voordeel zijn. Dankzij de snelle bochten van de Suzuka International Racing Course wordt er weinig geremd, maar op de weinige rempunten die ertoe doen, moet je de kunst van het remmen wel goed beheersen.
Het circuit van Suzuka is een vaste waarde op de internationale F1-kalender. De Formule 1 debuteerde 31 jaar geleden op het Japanse circuit waar al sinds 1962 (toen nog Honda-circuit) snelle rondjes werden gedraaid. De lay-out van het circuit is oorspronkelijk ontworpen door de Nederlander Hans Hugenholtz. De baan is sindsdien meerdere keren aangepast, de laatste maal in 2003. In dat jaar werd ook het absolute toetje van Suzuka, een heerlijk lange en snelle linkerbocht die tegenwoordig volgas wordt genomen, voor de laatste maal aangepast. Wat aerodynamica niet kan doen: nog niet eens zo lang geleden waren de F1-bolides aerodynamisch minder geavanceerd en werd er voor deze bocht nog kort geremd.
Snel van de baan
Het circuit van Suzuka zit vol met snelle bochten, waar de remmen niet of nauwelijks worden gebruikt. Er maar enkele remsecties die ertoe doen. Hier is het van belang dat de remlimieten niet worden overschreden: je ligt snel van de baan. De technici van Brembo hebben Suzuka ingeschaald als één van de minst veeleisende circuits voor de remmen.
Weinig remmen
De Suzuka International Racing Course kent 18 bochten. De coureurs drukken per raceronde 10 maal op het rempedaal, in totaal iets meer dan 13 seconden. Remmen bij bocht 5 neemt bijvoorbeeld iets minder dan 1 seconde in beslag. Door de afwezigheid van veel spannende remsecties bedraagt de gemiddelde piekvertraging per ronde dan ook slechts 3.3G. Dit is de laagste waarde van het kampioenschap. In Mexico-stad is dit 3,4G en in Shanghai 3,6G.
Veeleisende remsecties
Van de 10 remsecties op Suzuka wordt er door de technici van Brembo slechts één als zeer veeleisend voor de remmen gekwalificeerd. Vier bochten krijgen als label ‘gemiddelde moeilijkheidsgraad’, terwijl de rest als ‘licht’ beschreven wordt. Verreweg de grootste uitdaging vormt bocht 16, waar de auto’s binnen 130 meter van 316 km/u naar ongeveer 98 km/u vertragen. Tijdens de 2,72 seconden wanneer de remmen actief zijn, passen de bestuurders een belasting van 107 kg toe op het rempedaal en ondergaan ze een maximale vertraging van 4,4G.
Meer rempunten
De belasting van het rempedaal is bij de Degner-bocht (bocht 9) met 112 kg weliswaar zwaarder, maar het remmen geschiedt hier over een kortere afstand (68 meter) en gedurende een kortere tijd (1,46 sec.). Bij bocht 9 is de snelheidsafname dan ook relatief gering. Dit in tegenstelling tot de hairpin bij bocht 11 waar de snelheidsreductie bijna 200 km/u bedraagt (van 278 km/u naar 82 km/u). Hoewel hier gedurende 2,59 seconden over een afstand van 118 meter geremd wordt, is de fysieke belasting op de bestuurders relatief gering: 3,7G vertraging en 95 kg belasting op het rempedaal.
Bron: Brembo.com
Meer van dit onderwerp weten?
Ander nieuws?
Nooit meer het laatste nieuws missen?
Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.